dinsdag 23 juni 2015

LIEFSTE AARON MAAND 27-28-29-30


Na de kerstvakantie hadden we de indruk dat je je had aangepast aan de komst van je zusje.
Maar toen ik in maart terug ging werken en zusje met jou meeging naar de kribbe, kreeg je het opnieuw wat moeilijk.  Dat je nu ook daar je terrein moest delen.  Hoewel je ook wel supertrots was.
Het bedtijdrekken kon weer beginnen...

Op een avond zeg je "Norah" en kijkt me aan.
"Norah?", vraag ik.  Jij: "Ja, Norah."
"Wil je nog eens bij Norah gaan spelen?"
"Ja"
Dus ik regel een bezoekje in het weekend.
Zaterdagmorgen zeg je: "Norah trein".
Ah, komt de aap uit de mouw!  Je wou met haar trein spelen.
Ze heeft een duplotrein "met een knopje", die automatisch rijdt.  Je bent erdoor gefascineerd, maar tegelijk heb je er wat schrik van.  Je loopt er de hele tijd van weg en komt weer terug en je durft zelf niet op het knopje te duwen om hem te doen rijden.
Tot we met z'n allen even niet meer aan het opletten zijn, en je ineens toch op het knopje duwt.
Daarna spring je zo fier als een gieter de hele living rond.
Terecht lieverd, je mag heel fier zijn dat je je angst helemaal zelf overwint.

Ook bij je neefje is er zo'n trein "met knopje" en bij andere vrienden.
Omdat je er zoveel plezier in hebt, krijg je met Pasen ook zo'n trein.  Maar we gaan voor de houten versie.  Kwestie van meer spoor-uitbreidingsmogelijkheden.
Man, je hebt er meteen uuuuuuuuuren mee gespeeld.
We hadden een paar onderdelen achtergehouden, omdat het (zelfs tweedehands) een duur cadeau was, en we die bij andere gelegenheden dan cadeau zouden doen.  Maar het is zo plezant, dat we ze algauw weer uithalen.



Naast treinen ben je ook zot van "bootjes".  Elke avond als we terugkomen van de crèche vraag je: "langs de bootjes rij-jen?".  Dat heb ik aan mijn been, sinds ik dat één keer deed.
Als we aan het einde van de Ridderstraat komen en ik sla af naar links, dan zeg jij: "Nee!!! Andere kant!".  Je weet de weg al, verdorie!
Maar ik vind het niet erg, hoor.  Hoewel een kleine omweg, is het voor mij ook veel leuker om "langs de bootjes" te rijden.  Dat klein beetje vakantiegevoel na de werkdag.

In de auto zingen we mee met een cd van Kaatje Onderweg.  En dat meezingen doe je echt al goed!  Bij de liedjes die te snel zijn, zing je gewoon het laatste woord van elke zin mee.
Dat heb je van mij, denk ik: of ik het nu wil of niet, liedjesteksten gaan mijn hoofd in.  Zo dacht ik vroeger vaak: ze zouden mijn lessen op muziek moeten zetten.
Je zingt heel vaak en verzint soms eigen teksten op de melodie van op een grote paddestoel.
Je favoriete liedje is: "Lang zappeleve, lang zappeleve, ... In de Glo Ri Ja iepiepiep oera!"

Misschien omdat er cake bij hoort.
En ballonnen.
Je blijft zot van ballonnen.
Op een dag is papa aan het stofzuigen en hoort gegiechel achter hem: jij houdt ballonnen boven de stofzuiger, waar ze blijven hangen, door de lucht die eruit blaast.  Wat jij toch allemaal niet uitvindt om mee te spelen!
"Nog ballon opblaase?" krijgen we regelmatig te horen.  Gevolgd door "Koordje aanzette?" sinds je een aflevering zag van Peppa Pig, waar er koordjes aan de ballonnen werden gemaakt.
"Mama 2 balonne, papa 2 ballonne, Aaron geen meer hé." (Je deelt uit en begint ook goed te tellen!)



Verder kan je heel mooi zeggen:
"joejoert" (yoghurt)
"watwies" (sandwich)
 " 't is piep" (als je melk klaar is in de microgolf)
"veeeeel!" (als mama de volumeknop lager draait en jij Kaatje terug luider wilt)
"nog!"  (bij alles wat je leuk of lekker vindt: nog steeds heel gulzig in het leven)
" 't is genoeg geweest he! " ( euh, spiegel, we zeggen dat precies wat vaak?)
"hey, maat" (tegen papa, ook een spiegel!)
"kijk, mama, een bus. Aaneengezet." (je ziet een harmonicabus)


Je blijft ook een springkonijn.
Ons bed als trampoline.
Nog steeds een vast onderdeel van de (lange) avondroutine.  Je daagt jezelf uit.  Legt je aapje, doekje en eendje (ja, de slaapknuffels zijn ook uitgebreid) op een rij en springt erover!
Springt op een avond ook ineens alleen het bed af.  Op de grond.  Mooi landend al buigend door je knietjes.

Dat springen gaat vanzelf, voor andere dingen heb je dan weer drempelvrees.
Voor het potje bijvoorbeeld.
Ik heb er eindelijk maar eens één aangeschaft (shame on me).  Je hebt interesse.  Gaat er zelfs op zitten.  Met kleren aan.  O wee als we suggereren om je pamper uit te doen.
We willen je geenszins "pushen", maar voelen ook aan dat je het wel zou kunnen, gewoon even een zetje nodig.  Dus op een dag doen we toch gewoon de pamper uit.  Je houdt gewoon je pipi op tot je een pamper krijgt.  Op het potje gaan zitten doe je wel, maar er pipi in doen, ho, maar!
We laten het zo.
Enkele weken later proberen we nog eens.
Omdat je meestal wel voor rede vatbaar bent, probeer ik het via een goeie babbel.  Ik herinner je aan de schrik die je had voor de trein met het knopje en hoe leuk het was toen je toch durfde.
Een uur later deed je pipi op je potje.
En ineens ben je een (bijna) pamperloze zoon.  Dat gaat vlotjes.
't Is te zeggen, voor de pipi.  Kaka blijft onbespreekbaar.  Daar moet je nog een pamper voor hebben. 
Ach ja, je neemt je tijd maar.  


En zo ben je klaar voor de volgende grote verandering: naar school!